Het einde van de Lightning-poort is in zicht. Naar verluidt wil Apple de poort, bekend van zijn iPhones, inruilen voor de universele USB-C. We gaan de poort op alle iPhone 15-modellen zien, aldus Apple-analist Ming-Chi Kuo, maar er zullen onderlinge snelheidsverschillen zijn.
Apple zou Apple niet zijn als het geen onnodige technische beperkingen zou opleggen om je te verleiden een duurder model te kopen. Volgens berichten van Ming-Chi Kuo ondersteunt de iPhone 15 USB-versie 2.0 die een maximale snelheid heeft van 480 Mbit/s. De (veel) duurdere iPhone 15 Pro ondersteunt de nieuwere USB-versie 3.2, die ongeveer 100x sneller is (40 Gbit/s).
De snelheid van USB versie 2.0 komt overeen met Apple's huidige Lightning-poort, maar is te traag om grote videobestanden snel over te dragen. Er is geen goede reden waarom Apple de verouderde 2.0 versie zou overnemen. De standaard is nu zo oud dat het prijsverschil tussen USB 2.0 en nieuwere componenten te verwaarlozen is. Zelfs als Apple de recentere maar ook oude versie 3.0 zou toepassen, zou dat de snelheid vertienvoudigen.
Dwongen door de EU
Als het aan Apple ligt, zou het niet erg zijn om vast te houden aan Lightning. De zelfontwikkelde poort die gepaard gaat met fragiele kabels levert Apple aardig wat geld op. Fabrikanten die compatibele iPhone-accessoires op de markt willen brengen, moeten deze certificeren en Apple een vergoeding betalen. Het MFi programma is volgens Apple nodig voor een consistent ecosysteem waar "alles gewoon werkt".
Europa steekt nu een stokje voor de Lightning-poort; het wil dat elk consumentenelektronica-apparaat met USB-C werkt. De omkeerbare kabel vind je tegenwoordig op bijna elk apparaat. En ook steeds meer op Apple-producten, van MacBooks tot iPads. Maar de iPhone nog niet. Maar daar komt in 2023 eindelijk verandering in.
